De gemiddelde journalist krijgt elke dag honderden persberichten in zijn mailbox. De overgrote meerderheid daarvan gaat rechtstreeks de prullenmand in, slechts enkele halen ook écht het nieuws. Dankzij deze 7 stappen vergroot jij voortaan je slaagkans.
1 – Bepaal je kernboodschap.
De belangrijkste stap voordat je begint te schrijven, is nadenken over wát je gaat vertellen. Verzamel alle informatie, cijfers, quotes, … die relevant zijn voor je perstekst. En schrijf dan in drie tot vier zinnen je kernboodschap uit. Lukt het niet meteen? Vertel je verhaal dan eens mondeling aan een collega. Schrijf daarna letterlijk neer wat je hebt gezegd.
2 – Schrijf een sterke lead.
Het resultaat van je denkwerk schrijf je nu uit tot een sterke lead. Ofwel: de ‘inleiding’ van je perstekst, al dekt dat woord eigenlijk helemaal niet de lading. De lead is immers de belangrijkste alinea van je hele tekst. Wat moet er zeker in: de wie, wat, wanneer, waar, waarom en hoe van je nieuws. Samen met de titel van je persbericht moet de lead op zichzelf kunnen staan.
3 – Hanteer de piramidestructuur.
Dat betekent: zet altijd je belangrijkste boodschap vooraan. Bouw dus niet via context en argumenten op naar een conclusie, maar draai de volgorde om en val meteen met de deur in huis. Je kernboodschap zet je dus in je eerste zin. Daarna leg je uit waarom iets zo is, en kan je tot slot verder kaderen met bijkomende informatie.
4 – Kies voor krachtige titels en tussentitels.
Titels gidsen de lezer doorheen je tekst, en zorgen ervoor dat wie enkel je titels leest, toch de essentie van je verhaal snapt. Gebruik deze kans dan ook ten volle: maak je titels opvallend, eenduidig en uitnodigend om te lezen. Schrijf ze zoals een krantentitel, en beperk je tot één boodschap per titel.
5 – Schrijf met stijl.
Heldere taal maakt je tekst makkelijker leesbaar, en dus duidelijker. Te vermijden: overbodig lange formuleringen, passiefconstructies en een overdosis modale hulpwerkwoorden. Ook vakjargon hoort niet thuis in een persbericht. Ga bovendien op zoek naar het ritme van je tekst: wissel korte en langere zinnen met elkaar af. Hoe je weet of je tekst vlot leest? Door hem zelf eens luidop voor te lezen.
6 – Voorzie een boilerplate.
Dat is een (herbruikbare) alinea onderaan je persbericht, die in een notendop weergeeft waar je bedrijf voor staat. Denk aan omzetcijfers, aantal medewerkers, activiteit: de iets drogere informatie dus. Zo hoef je die niet in de tekst zelf te verwerken. Een boilerplate vergroot de kans dat je in de pers altijd op dezelfde manier wordt neergezet.
7 – Zet de puntjes op de i met de juiste taal en spelling.
Journalisten houden niet van taalfouten en slordigheden. Gebruik dus de gratis online taalbronnen die je helpen met zo goed als elke mogelijke taalvraag. Hieronder vind je nog eens de belangrijkste. Print je tekst ook af, want op papier zie je fouten sneller staan dan op je scherm.